2. Bouwen aan het landschap

Het belang van ‘kathedraaldenken’ in het werk van de ARO

Hoe bestendigen en ontwikkelen we waarden binnen de ‘grote verbouwing’ die op ons mooie, gelaagde Noord-Hollandse landschap afkomt? Hoe gaan we om met de energietransitie, klimaatadaptatie, de transitie van de landbouw, bodemdaling in veenweidegebieden en het grote verlies aan biodiversiteit in ons landelijk gebied? Over deze vragen wisselen Irmgard van Koningsbruggen, Peter de Ruyter en Klaas Jan Wardenaar van gedachten.

“Kunnen we met komende generaties welbewust bouwen aan een onderscheidend en waardevol landschap in Noord-Holland?”

De nieuwe samenstelling van de ARO, met ruimte voor deskundigen op het gebied van klimaatadaptatie, biodiversiteit en cultuurhistorie, geeft aan dat de provincie Noord-Holland het belang van interdisciplinaire advisering op het gebied van ruimtelijke kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. En terecht. Het behoud en versterken van ruimtelijke kwaliteit is bij uitstek een maatschappelijke opgave die een integrale en open blik vraagt. Een open blik betekent ook dat we als ARO de ruimte en tijd nemen om naar de bredere waarden en waardering van het landschap te kijken, voorbij de discussie over nut en noodzaak van veranderingen op korte termijn. Een veelomvattender debat over waarden raakt aan het begrip ‘rentmeesterschap’.

De Britse filosoof Roman Krznaric vertaalt in zijn boek De Goede Voorouder (2021) het begrip rentmeesterschap in de metafoor van ‘kathedraaldenken’. Durven we nieuwe kathedralen te bouwen voor generaties na ons? Zoals de Sagrada Família in Barcelona, waarvan de eerste steen door architect Antoni Gaudi werd gelegd in 1882, maar die nog op zijn voltooiing wacht. Een kathedraal waaraan door verschillende generaties welbewust wordt gebouwd. Vrij vertaald; kunnen we met komende generaties welbewust bouwen aan een onderscheidend en waardevol landschap in Noord-Holland? En kunnen we met ‘kathedraaldenken’ de langere termijn een meer fundamentele positie geven in het denken over de toekomst van het landschap?

Zo’n fundamentele positie voor langetermijndenken betekent dat we voorbij de bestuurshorizon van vier jaar moeten durven te kijken. Tegelijkertijd moeten planvoorstellen die in de ARO komen op korte termijn worden beoordeeld, waarbij het College van GS vrij is om het advies over te nemen of naast zich neer te leggen. Willen we planvoorstellen binnen de ARO fundamenteel completer gaan beoordelen dan zullen we een discussie over waarden en waardecreatie moeten voeren. Hoe willen we het landschap doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen en wat betekent dat voor onze maandelijkse advisering?

Ter illustratie gaan we wat dieper in op twee planbeoordelingen uit 2020; woningbouwontwikkeling Vurige Staart aan de zuidrand van Purmerend, in een kwetsbaar veenweidegebied en de ontwikkeling van een torenhoge hotellocatie in de oksel van de A7 aan de westrand van Purmerend met uitzicht op de grote maat en schaal van de Beemster en het Wormer- en Jisperveld.

“Waardebepaling is een dynamisch proces.“

Was er sprake van waardevermeerdering – gevoed door historisch bewustzijn – in het plan voor woningbouw in de Vurige Staart aan de zuidelijke stadsrand van Purmerend? Vanuit cultuurhistorisch perspectief, noch vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit begreep de ARO de keus voor een kastelentypologie. Het had de schijn van willekeurige placemaking en citymarketing. De ARO adviseerde om veel nadrukkelijker vanuit de gelaagde kenmerken van het landschap te ontwerpen. Wie er oog voor heeft ziet juist hier de rijke cultuurhistorie van Purmerend, dat zijn ontstaan én zijn groei tot op de dag van vandaag dankt aan zijn ligging in een waterrijk landschap nabij Amsterdam. Een landschap dat in relatie met de behoeften van de hoofdstad stap voor stap ontgonnen en drooggemalen is. Een stad die begin 19e eeuw met het Noordhollandsch Kanaal een belangrijke vaarverbinding krijgt en sinds de jaren ’70 van de 20e eeuw sterk groeit in omvang. Maar aan deze goed beleefbare cultuurhistorische gelaagdheid van het landschap – met name door de kenmerkende veenverkaveling in contrast met de strakke geometrische indeling van de lager gelegen droogmakerij de Purmer – ging het plan voor Vurige Staart volledig voorbij.

Ter bevordering van goede landschappelijke inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen benoemt de provinciale Leidraad Landschap en Cultuurhistorie waardevolle kenmerken en waarden als een belangrijk fundament voor het ‘kathedraaldenken’. Die waarden zouden regelmatig geactualiseerd moeten worden, omdat wat van waarde is mede wordt bepaald door de houding en cultuur van elke nieuwe generatie afzonderlijk. Maar er zijn ook fundamentele waarden die eigenlijk niet ter discussie zouden mogen staan. Welke zijn dat? Waardebepaling is in die zin een dynamisch proces. Dit vergt een open, maar kritische houding van overheden en de ARO. Bij ontwikkelingen in de stadsrand komen vraagstukken over waarden vaak aan het oppervlak, zeker als belangen van provincie en gemeente divergeren.

Bij de landschappelijke inpassing van Hotel Van der Valk aan de westrand van Purmerend speelde met name de ruimtelijke impact op een veel groter gebied dan de stadsrand zelf een belangrijke rol.  Het ruim 70 meter hoge gebouw markeert van verre de stad en de afrit daartoe vanaf de A7, maar heeft ook een grote visuele impact op het nabijgelegen buurtschap Neck in de Wijdewormer, Natura2000-gebied Wormer- en Jisperveld en, op wat grotere afstand, het UNESCO-werelderfgoed de Beemster. Dat de hoogste verdieping van het hotel uitzicht biedt aan de bezoeker, is geen vanzelfsprekende meerwaarde voor landschap en erfgoed zelf. De geschiedenis van de omgang met werelderfgoed leert dat UNESCO zeer kritisch is op visuele impact van hoogbouw. Immers, welke ruimtelijke kwaliteit voegt het hotelgebouw aan het werelderfgoed toe? De ARO adviseerde met klem de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed om aanvullend advies te vragen. Maar ook voor het overige was de ARO kritisch. Om grootschalig parkeren voor bezoekers mogelijk te maken – het liefst in het zicht – en met een tuin voor hotelgasten, moet flink ingegrepen worden in het Beusebos. Dat bosje is een cultureel-maatschappelijk initiatief van betrokken burgers die na aanleg van de snelweg weer belevingskwaliteit aan het beschadigde landschap wilden geven door weg en geluidswal aan het oog te onttrekken en daarmee de ecologische betekenis van de plek aanzienlijk hebben vergroot. Daarmee is het Beusebos een plek van gemeenschappelijke waarden geworden.

“Eerst dienen het fundament en het casco van het landschap op orde te zijn.”

Maar de metafoor ‘kathedraaldenken’ leidt ook tot een zelfkritische beoordeling van wat het landschap werkelijk is en hoe wij hiermee omgaan. Want bouwen we echt wel generaties lang aan waardevolle landschappelijke structuren? Of proberen we vooral een tussenfase in de bouw zo goed mogelijk in stand te houden door een aantal kwetsbare kwaliteiten te beschermen in het licht van noodzakelijk geachte ontwikkelingen? Bouwen we nog wel voldoende verder? Het is tweeledig. Willen we langzaam, maar gestadig op een verantwoorde wijze kunnen verder bouwen dan dienen het fundament en het casco van het landschap op orde te zijn. Te denken valt aan een robuust watersysteem, een duurzaam mobiliteitssysteem, een gezonde bodem en een ecologische hoofdstructuur die op orde is als intrinsieke waarden van en voor onze maatschappij. Aan deze waarden en structuren bouwen we gestaag en over meerdere generaties, als aan een kathedraal. Daarnaast staan behoeften en ontwikkelingen die het ‘interieur’ stofferen en stap voor stap de kathedraal verder invullen. De politiek als volksvertegenwoordiging moet de afweging maken tussen de noodzaak van die ontwikkelingen en het ruimtelijk effect op de omgeving. Daarin past het advies van de ARO op gebied van ruimtelijke kwaliteit. Maar de verbreding van de ARO, die in het begin van dit essay is genoemd, geeft ook aan dat we meer dan ooit oog moeten hebben voor het fundament en de stabiele voortgang van ontwikkelingen.

Ter illustratie nogmaals het plan voor het Van der Valk hotel. Het plan voegt voor het toch wat anonieme Purmerend een ruimtelijk anker toe aan de snelweg, zou je kunnen zeggen. Het probleem zit hier vooral in het accepteren van de verstedelijking van het landschap, met een ruimtelijke impact op een veel groter gebied. Accepteren van een verandering heeft veel met de urgentie van het doel te maken. Is een doel zeer breed en urgent, dan is een verandering eerder acceptabel. Is het slechts voor een beperkte doelgroep en niet heel noodzakelijk, dan wordt de verandering al gauw disproportioneel. Het is vooral de rol van de ARO om kritische vragen te stellen over die relatie tussen doel en mate van verandering, en hiermee de politiek op een spoor te zetten om hier bewust mee om te gaan. Wordt het fundament van het landschap niet aangetast? In dit geval is de rol van de ecologie en de betekenis daarvan voor leefbaarheid en biodiversiteit essentieel. Het feit dat de projectlocatie een noordwestelijk bastion is in het leefgebied van enkele kritische diersoorten, met name de boommarter en de baardvleermuis, maakt de impact van deze ontwikkeling buitengewoon en disproportioneel groot. Het opgebouwde groene bouwwerk vormt op deze kwetsbare landschappelijke locatie de werkelijke kathedraal. Het fundament van dit bouwwerk zou eerst versterkt moeten worden voordat aantastingen daarin verantwoord zijn, en proportioneel met de maatschappelijke wens of noodzaak van deze ontwikkeling.

Hilversum, Haarlem, Amsterdam,

April, 2021

Irmgard van Koningsbruggen
Peter de Ruyter
Klaas Jan Wardenaar

Irmgard van Koningsbruggen

Deskundige cultuurhistorie en Architectuurhistoricus

lid van de ARO sinds september 2016

Lid diverse erfgoedadvies- en monumentencommissies, bestuurslid Dudok Architectuur Centrum, Stichting MOOI Noord-Holland en Stichting Geopark Heuvelrug - Gooi en Vecht, docent HOVO Universiteit Utrecht.

Aandachtsgebieden:
Geschiedenis van de waardering en interpretatie van het verleden zoals die in architectuur, stedenbouw en landschap en in de geschiedschrijving daarover vorm krijgt.

Peter de Ruyter

Landschapsarchitect

lid van de ARO sinds juli 2016

Directeur van Bureau Peter de Ruyter landschapsarchitectuur, voorzitter welstandscommissie Kennemerland (MOOI Noord-Holland), lid diverse kwaliteitsteams, gastdocent diverse opleidingen

Aandachtsgebieden:
Klimaatverandering, transitie landbouw, biodiversiteit, energietransitie, veenweideproblematiek, auteur ‘Vloeiend landschap'.

Klaas Jan Wardenaar

Ecoloog en landschapsarchitect

lid van de ARO sinds mei 2016

Mede-eigenaar landschapsarchitectenbureau SMARTLAND, lid van de Commissie MER en docent Academie van Bouwkunst Amsterdam en Technische Universiteit Delft.

Aandachtsgebieden:
actuele vraagstukken met name gekoppeld aan klimaatverandering, zowel op klein schaalniveau (ruimtelijke inrichting en architectuur) als op groter schaalniveau (deltaprogramma, ruimtelijke adaptatie, kustverdediging, grootschalige natuurontwikkeling, integrale gebiedsontwikkeling), recreatie en toerisme.
  • Woningbouwontwikkeling Vurige Staart, gemeente Purmerend
  • Hotel Van der Valk, kom A7, gemeente Purmerend

Het betreft een woningbouwproject voor circa 390 woningen, waarvan 120 sociale huur. Het gaat deels om grondgebonden woningen en deels om maisonnettes. Dit type woningen voorziet in de toevoeging van een woonmilieu waarnaar veel vraag is en dat binnenstedelijk nauwelijks te realiseren is. Het schetsplan gaat uit van een clustering van drie blokken met bebouwing in een terpachtige opzet. Daartussen komt groen en wordt het parkeren opgelost.

De gemeente Purmerend is van plan om tot 2040 ca. 10.000 woningen te realiseren. Een groot deel daarvan wordt binnenstedelijk gerealiseerd. De rest (ca. 40%), waarvan het huidige plan Vurige Staart deel uit maakt, komt aan de rand van de stad.

Foto plangebied (rechts) gezien vanaf de noordoostzijde. Links de ringvaart van de Purmer
(Bron: presentatie Mollink Soeters PPHP Rijnboutt, 7 april 2020)

Locatie Vurige Staart aan zuidzijde Purmerend, met globale aanduiding 3 terpen (Bron: presentatie Mollink Soeters PPHP Rijnboutt, 7 april 2020)

Schetsontwerp Vurige Staart; landschap intact, burchten verhoogd in het landschap (Bron: presentatie Mollink Soeters PPHP Rijnboutt, 7 april 2020)

 

ARO advies (15 april 2020)

De ARO is eensluidend negatief over het terpen/kastelen-concept op deze locatie. Aan de rand van het kwetsbare veenweidegebied van Waterland is deze referentie volledig misplaatst. De relatie van het plan met de kenmerkende verkaveling en openheid van het veenweidelandschap en de hoogteverschillen in het gebied ontbreekt. Het plan voegt ook geen nieuwe kwaliteit toe.

De ARO adviseert om een ontwerpend onderzoek te doen waarin meerdere modellen worden onderzocht en afgewogen, en wordt aangegeven hoe deze modellen zich verhouden tot de programmering van 390 woningen. Het gekozen model moet in elk geval recht doen aan de kenmerken van deze landschappelijk interessante en gevoelige locatie. In de uitwerking moet ook duidelijk worden hoe het plan een ‘steppingstone’ kan zijn in de verbinding tussen de natuur/bossen in de droogmakerij aan de oostzijde en de natuur in het veenweidegebied aan de westzijde, zoals in de onderbouwing wordt gesuggereerd.

Stand van zaken

Het plan is intussen volledig aangepast en opnieuw in de ARO behandeld op 30 maart 2021. De ARO was in deze vergadering positief over de nieuwe opzet, waarbij veel beter rekening gehouden is met de kwaliteiten van het gebied en de randen daarvan.

Dit plan betreft de realisatie van een hotel in een onbebouwd stuk van het Beusebos, in de kom van de A7 bij Purmerend. Het initiatief om hier een hotel te realiseren speelt al een paar jaar. Aangezien er geen ontwerp ter inzage heeft gelegen vóór de inwerkingtreding van de Omgevingsverordening zijn de regels uit de Omgevingsverordening van kracht. In de viewer Omgevingsverordening is de locatie aangeduid als landelijk gebied MRA. Het gaat om een hotel met 145 kamers en een stuk grond van 2,3 ha waarop onder andere parkeervoorzieningen en een tuin komen. De bestaande waterpartij wordt uitgebreid. Het overige deel van het bos wordt een recreatie- en wandelbos. Het gebouw zal 69 meter hoog worden met 17 verdiepingen. De bovenste verdieping is bedoeld als uitzichtpunt, met informatie over de omgeving.

Planlocatie in de oksel van de A7 bij Purmerend  (Bron: Schetsontwerp Beusebos/Kom A7 Purmerend, VISTA, januari 2020)

Profiel van het terrein met hoteltoren ((Bron: Schetsontwerp Beusebos/Kom A7 Purmerend, VISTA, januari 2020)

Impressie van het hotel, gezien vanaf de A7 in zuidelijke richting (Bron: Visualisatie Van der Valk hotel, Bügel Hajema, november 2020)

 

ARO advies (8 december 2020)

De ARO vindt de ontwikkeling van een hotel op deze locatie denkbaar als uitvalsbasis voor recreatie in de omgeving, maar vindt de voorgestelde hoogbouw tot mogelijk 70 meter hoogte met het oog op het kwetsbare open landschap in de omgeving niet wenselijk. De nadruk ligt daarbij op het nabijgelegen werelderfgoed van de Beemster en de Stelling van Amsterdam, maar ook op de ruimtelijke belevingswaarde vanuit het N2000-gebied Wormer-en Jisperveld. De ARO adviseert de gemeente in dat kader nadrukkelijk om advies aan te vragen bij de RCE en via de RCE ook bij UNESCO in Parijs. De vraag is ook of hoogbouw het middel moet zijn om Purmerend ruimtelijk beter te positioneren en om de recreatieve poortfunctie te borgen.

Ondanks op zich goede aanpassingen op eerdere planversies vindt de commissie het programma van het hotel en het parkeren op maaiveld nog steeds te zwaar en te stedelijk in verhouding tot de recreatieve gebruiksfunctie en natuurwaarden van het Beusebos. Wat betreft de natuur ligt de nadruk daarbij op de doelsoorten boommarter en baardvleermuis. Deze laatste soort heeft een kraamkolonie in het bos en is zeer gevoelig voor licht. Het gaat dan niet alleen om verlichting op straat en bij de parkeerplaatsen, maar ook om de lichtuitstraling van het gebouw zelf. Voor de boommarter zou het bosareaal weleens onder het minimaal vereiste kunnen zakken. De ARO vraagt om nog eens goed te kijken naar de impact op deze kwetsbare diersoorten.

Stand van zaken

Na ontvangst van het ARO advies heeft de provincie de gemeente gevraagd om een alternatief plan, met inachtneming van het ARO advies. Tot op heden is er nog geen alternatief plan of update door de provincie ontvangen. Het is op dit moment dus niet duidelijk hoe het plan ervoor staat en of het ARO-advies ter harte is genomen.